Spaanse Voornaamwoorden: Wie Is Wie?
¡Hola Spaansliefhebbers!
Vandaag gaan we het hebben over Spaanse voornaamwoorden, die je helpen om te weten wie of wat we in een zin bedoelen. Laten we eens kijken naar de belangrijkste persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans.
1. Ik – Yo
Voorbeeld: Yo soy María. (Ik ben María.)
2. Jij – Tú (informeel) / Usted (formeel)
Voorbeeld (informeel): Tú hablas español. (Jij spreekt Spaans.)
Voorbeeld (formeel): Usted es el profesor. (U bent de leraar.)
3. Hij/Zij/Het – Él/Ella
Voorbeeld: Él lee un libro. (Hij leest een boek.)
Voorbeeld: Ella habla inglés. (Zij spreekt Engels.)
4. Wij – Nosotros/Nosotras
Voorbeeld: Nosotros estudiamos mucho. (Wij studeren veel.)
5. Jullie – Vosotros/Vosotras
Voorbeeld: Vosotros sois divertidos. (Jullie zijn leuk.)
6. Zij (meervoud) – Ellos/Ellas/Ustedes
Voorbeeld: Ellos trabajan en la oficina. (Zij werken op kantoor.)
Voorbeeld: Ellas cantan bien. (Zij zingen goed.)
Voorbeeld: Ustedes hablan español. (Jullie studeren Spaans. of U studeert Spaans.) Lees meer over het voornaamwoord ‘ustedes’.
Nu kun je proberen deze voornaamwoorden te gebruiken in zinnen. Het is niet zo moeilijk! Blijf oefenen en je zult zien dat het steeds makkelijker wordt.
Veel succes, en blijf genieten van het leren van Spaans! 😊🇪🇸
Benieuwd naar Hoe werkt de tegenwoordige tijd in het Spaans? Laten we samen op ontdekkingsreis gaan en de magie van Spaanse werkwoorden onthullen.
Ken je de Bepaalde lidwoorden in het Spaans! Weet je wat “la, el, las, los” in het Spaans betekenen? Hier is het antwoord! De Bepaalde lidwoorden in het Spaans zijn essentieel in de Spaanse grammatica. Het leren ervan zal je helpen om met meer vertrouwen Spaans te spreken!